Het is essentieel dat scholen respect voor het milieu en energiebesparing meer onder de aandacht brengen in het onderwijs.” 

Dat was één van de opmerkingen die een leerkracht in onze enquête Energie & Schoolgebouwen maakte. Die enquête schreven we uit om ons project Good Energy Schools maximaal af te stemmen op de noden en verwachtingen van scholen. De enquête bestond in de eerste plaats uit een online gedeelte; daarnaast namen we enkele mondelinge interviews af bij betrokkenen om verschillende aspecten dieper én breder te kunnen bespreken.  

76 respondenten (43 Nederlandstalig, 33 Franstalig) vulden de enquête in: leerkrachten, coördinatoren, directieleden én gebouwbeheerders. De voornaamste conclusies die we uit hun antwoorden kunnen afleiden zijn dat leerkrachten vaak het thema energie aanbrengen, maar zich daarin volgens hun eigen inschatting, vooral didactisch, nog kunnen bekwamen; dat er nog groeimarge is om het comfort (en allicht ook de energiezuinigheid) van schoolgebouwen te verbeteren; en dat in veel scholen weliswaar ecoteams aan de slag zijn, maar dat deze vaak nog niet rond energie werken. De teams hebben bovendien nood aan ondersteuning. 

Met het project Good Energy Schools wil GoodPlanet proberen om in elk van deze aspecten een antwoord te bieden. Wil je meer weten over dit project en je school kandidaat stellen, surf dan naar de projectpagina 

We delen hieronder graag de resultaten uit de bevraging over energie bij scholen. 

 

Deel 1: Algemeen 

Wat de online enquête betreft, zijn er 76 respondenten (43 Nederlandstalig, 33 Franstalig), waarvan 80% leerkrachten, 8% coördinatoren, 8% directieleden en 4% gebouwbeheerders.  

47% van de bevraagde scholen is in Vlaanderen gelegen, 39 in Wallonië en 14 in het Brussels gewest. 

Een meerderheid van de leerkrachten geeft aan in wetenschappelijke domeinen les te geven (55 %), maar ook geschiedenis, burgerschap en sociale vakken (28%), talen (17%) en economische vakken (9%) zijn velden waarin de respondenten actief zijn. 

De verschillende leeftijden binnen het middelbaar onderwijs zijn vertegenwoordigd: 44% van de leerkrachten geeft les in de eerste graad, 45% in de tweede graad en 55% in de derde graad.  

 

Deel 2: Energie 

Bij 61% van de leerkrachten onder de respondenten komt energie als onderwerp aan bod in de klas. 

De leerkrachten die ‘Ja’ antwoordden, geven voornamelijk (75%) les binnen de domeinen STEM en Wetenschap en techniek.
Al werd er ook 5 maal ‘Ja’ geantwoord bij leerkrachten Burgerschap, geschiedenis en sociale vakken, 2 maal bij Talen, en 1 maal bij economische vakken.

In de interviews kwamen wetenschappelijke vakken ook als voornaamste moment naar voren om projecten rond energie aan bod te laten komen. Energie staat in beide landsdelen in de leerdoelen: in Wallonië in de specifieke doelen voor wetenschappen; in Vlaanderen in de overkoepelende leerdoelen. Een geïnterviewde leerkracht vindt dat dit onderwerp daar wel op zijn plaats is: het is gebaat bij een multidisciplinaire aanpak.

Leerkrachten geven aan meer voeling te hebben met de inhoud dan met de didactiek rond energie. In de interviews werd duidelijk dat energie als een complex en ruim onderwerp wordt gezien, waarbij extra vorming voor de leerkracht nuttig lijkt.

Als er een energie-workshop door externen gegeven zou worden, wordt algemeen het meest belang gehecht aan de link leggen met de leefwereld van de leerlingen en praktische activiteiten. Maar we zien duidelijke verschillen tussen Nederlandstalige en Franstalige respondenten: aan Nederlandstalige kant krijgt leefwereld van de leerlingen en inhoud het grootste belang toegewezen; aan Franstalige kant is dat met voorsprong ‘Praktische activiteiten’ vóór leefwereld en werkvormen.

Dit blijkt ook uit de interviews: concrete inhoud en praktische aanpak in een workshop, zorgt ervoor dat de leerlingen het geleerde ook in de praktijk kunnen omzetten.

We bevroegen de leerkrachten ook over of en hoe ze zelf bijkomende opleiding rond energie zouden willen krijgen.

De leerkrachten verwachten hier voornamelijk inhoudelijke diepgang en nieuwe werkvormen. Uit de interviews blijkt dat zélf dingen praktisch ondervinden, en de overdracht van meteen toepasbare tools en materialen de voorkeur genieten.

Qua werkvormen die hen specifiek aanspreken worden genoemd:

  • Werkvormen die je creativiteit bevorderen.
  • Werkvormen waarbij je zelf actief aan het werk moet.
  • Spelletjes, ludieke elementen (quiz, …)
  • Visuele ondersteuning
  • Alles behalve klassiek les.

 

Deel 3: de school

Binnen GoodPlanet willen we niet alleen sensibiliseren en opleiden, maar ook echte verandering katalyseren. Voor het thema energie is het dus zinvol om schoolgebouwen onder de loep te nemen, en te analyseren waar er verbeteringen mogelijk zijn.
We vroegen dus ook aan de respondenten hoe de huidige situatie is in hun school/scholen.

Een minderheid (11%) van de gebouwen is volledig nieuwbouw, vaak is wel een deel van de gebouwen al vernieuwd (49%; 63% bij Nederlandstalige respondenten, 30% bij Franstalige respondenten). In 22% van de gevallen zijn nog verbouwingswerken gepland. In Nederlandstalige scholen is bij 14% van de respondenten sprake van beschermde gebouwen.

We vroegen ook naar het comfortgevoel in de klaslokalen. De respondenten geven hun school een gemiddelde score van 3,2 op 5.

Daarnaast bevroegen we de aanwezigheid van zonnepanelen of een groendak. Deze zijn in een minderheid van de scholen aanwezig (21 en 12%), terwijl ze wel een groot verschil kunnen maken in de energiefactuur en het comfort. Ook hier worden in Nederlandstalige scholen iets hogere cijfers gerapporteerd (26 versus 16% voor zonnepanelen; 16 versus 6% voor groendaken).

In een groot deel van de scholen zijn er ook andere partijen gebaat bij verbeteringen aan het comfort en/of de energiekosten: veel scholen geven verenigingen of buurtbewoners toegang tot bepaalde delen van de school: 81% van de bevraagde Nederlandstalige scholen; 70% van de Franstalige scholen. De sporthal wordt het vaakst gedeeld, in 63% van alle bevraagde scholen.

Binnen de school kan een ecoteam of ‘MOS’-team de broedplaats zijn van ideeën rond energie. Meer dan de helft van de bevraagde scholen heeft zo’n team (53%), maar slechts in 8 van de 40 ecoteams komt energie als thema op tafel. Veel frequenter gaat het over afval, natuur en ecologie. Als andere thema’s worden door de respondenten mobiliteit en speelplaatsvergroening aangestipt.

Meerdere respondenten vermelden hier enkele succesfactoren om een ecoteam/MOS-werkgroep te doen slagen:

  • Steun vanuit de directie en het hele schoolteam, bijvoorbeeld om nascholing te volgen rond duurzaamheidsthema’s tijdens de lesuren, of om plannen ook in de praktijk om te zetten.
  • Tijd om met leerlingen te werken rond duurzaamheid, gezien dit naschools niet evident is, en het aantal wetenschapsuren soms te beperkt is om tijdens die uren aan de slag te gaan.
  • Projecten van externe aanbieders om zich achter te kunnen scharen.
  • Middelen om projecten waar te maken.
  • Hefbomen om ook oudere leerlingen warm te maken.

 
 

Conclusie

We herhalen nogmaals de conclusies die we uit de enquête trekken:

  1. Het comfort (en allicht ook de energiezuinigheid) van verschillende scholen kan verbeterd worden.
  2. Energie is op veel scholen al een thema dat leerkrachten aanbrengen maar zij geven aan dat ze zich daarin nog kunnen bekwamen.
  3. Veel scholen hebben al een ecoteam maar energie is daar nog maar zelden een thema.
  4. De ecoteams zijn vragende partij voor ondersteuning.

GoodPlanet wil met Good Energy Schools proberen om hierop een antwoord te bieden.

We willen didactische workshops rond energie aanbieden aan de leerlingen, zodat ze kennis opdoen rond een thema dat belangrijk is, zowel op school als in hun eigen toekomst.

Leerlingen die méér willen doen, kunnen het ecoteam versterken en worden echte ‘energie-ambassadeurs’. Als een school nog geen ecoteam heeft, begeleiden we de oprichting ervan.

We ondersteunen ecoteams om een concreet energieplan voor de school te maken, met de hulp van een externe professional die zorgt voor een energiescan van het gebouw.

Ook de leerkrachten krijgen de kans om een vorming rond energie te volgen, zodat ze zelf (meer) met hun leerlingen rond energie kunnen gaan werken.

Bij een omschrijving van bovenstaand projectoverzicht, geeft 64% aan dat het voor hun school interessant lijkt (bij Franstalige scholen 73%, Nederlandstalige 58%).

Dit wordt ook bevestigd door enkele vrije opmerkingen en uit de uitgebreide interviews:

“Het is essentieel dat scholen respect voor het milieu en energiebesparing meer onder de aandacht brengen in het onderwijs.” 
“Leerlingen tot ‘energie-ambassadeur’ opleiden is een goed idee! De titel toont aan dat ze serieus genomen worden, en dat ze het geleerde verder kunnen uitdragen en toepassen.” 

Wil je ook begeleiding van jouw schoolteam en leerlingen om de energie-sprong te wagen?
Stel je kandidaat